Wetenschapsblog: empathie
Wanneer een vriend of vriendin iets vervelends heeft meegemaakt, hoor ik mezelf wel eens iets zeggen als “wat vervelend voor je, ik zou daar ook heel verdrietig van worden”. Het is een manier om te laten merken dat je je inleeft in een ander. Ook in coaching speelt empathie een belangrijke rol. Maar de ene vorm van empathie is de andere niet.
Dat empathie een rol speelt bij de werkzaamheid van coaching wordt bevestigd door recent onderzoek van Sandra Diller en haar collega’s. Hoe meer empathie er wordt ervaren door de coachee, hoe beter deze in staat is om diens doelen te bereiken. Maar empathie kan op verschillende manieren worden getoond. Een ander onderzoek van Sandra Diller en collega’s laat dan ook zien dat het wel eens uit zou kunnen maken hoe een coach precies empathie toont.
In het voorbeeld dat ik aan het begin noemde, verplaatste ik mezelf als het ware in de situatie van mijn vriend of vriendin. Ik bekeek de situatie van die vriend of vriendin vanuit mijn eigen perspectief: hoe zou ik me voelen? In de wetenschappelijke literatuur wordt deze vorm van empathie ook wel “imagine self” genoemd: het voorstellen van jezelf in de situatie van de ander. Daar tegenover staat de zogenaamde “imagine other” vorm van empathie: daarbij ga je juist uit van het perspectief van de ander, en stel je je voor hoe deze zich voelt in diens situatie. Overigens vallen beide vormen onder cognitieve empathie: het gaat als het ware om een denkproces, en niet zozeer om het daadwerkelijk meevoelen van emoties. Dat meevoelen wordt emotionele empathie genoemd.
De vraag die Sandra Diller en collega’s zichzelf stelden over de twee vormen van cognitieve empathie was: is de ene vorm meer geschikt dan de ander? Je kunt je bijvoorbeeld voorstellen dat een coachee er niet zo veel aan heeft om het perspectief van de coach te horen, het gaat immers om diens eigen situatie, wensen en doelen. Door bij het perspectief van de coachee te blijven, krijgt deze veel meer gelegenheid om de eigen situatie en gevoelens te verkennen en te bespreken. Sandra Diller en collega’s voerden een studie uit waarin 57 studenten aan een universiteit werden gecoacht. De coaching ging over studie- of carrièregerelateerde onderwerpen. De coaching werd uitgevoerd door vier professionele coaches. De deelnemers werden verdeeld in twee groepen: één groep kreeg coaching waarin de coach gebruik maakte van empathie vanuit het perspectief van de coach, de andere groep kreeg coaching waarin de coach gebruik maakte van empathie vanuit het perspectief van de coachee. De coaches werden getraind in hoe zij dit konden doen. Bij de “imagine other” vorm van empathie kregen coaches bijvoorbeeld de instructie om vooral te parafraseren en de woorden van de coachee te herhalen (“dus je vertelt dat je het heel lastig vindt om aan je studie toe te komen met een zieke vader thuis”). De deelnemers vulden een heel scala aan vragenlijsten in die te maken hadden met hun zelfontwikkeling en het bereiken van doelen, maar ook in welke mate zij zelf empathie hadden ervaren tijdens het coachgesprek.
Wat bleek? De deelnemers waarbij de coaches vanuit het perspectief van de coachee reageerden, waren meer tevreden over de coaching. Ook bleek dat deze “imagine other” vorm van empathie leidde tot onder andere meer zelfinzicht en het beter bereiken van doelen, terwijl dat niet het geval was voor de “imagine self” vorm van empathie. Sterker nog, de “imagine self” vorm van empathie leidde zelfs tot minder zelfinzicht en deelnemers voelden zich minder “zichzelf”. Dat laatste werd gemeten door deelnemers te laten reageren op stellingen als “de coaching hielp me om mezelf te zijn”.
Wat overigens opviel, was dat deelnemers in beide groepen meer “imagine other” empathie ervaarden door hun coach dan “imagine self” empathie. Het zou kunnen dat de coaches in het onderzoek uit zichzelf al vaker uitgingen van het perspectief van de coachee, ondanks de instructies die ze hadden gekregen om meer vanuit hun eigen perspectief te reageren. Dat is opvallend, omdat de onderzoekers ook opmerken dat mensen van nature eerder geneigd zijn om hun eigen perspectief toe te passen bij het tonen van empathie. Dat de professionele coaches in deze studie voornamelijk het perspectief van de coachee aannamen heeft wellicht te maken met hun opleiding en ervaring als coach. Toch hadden de instructies van de onderzoekers het gewenste effect gehad, aangezien de coaches in de “imagine self” groep inderdaad meer vanuit hun eigen perspectief reageerden dan de coaches in de “imagine other” groep.
De onderzoekers noemen ook wat beperkingen van hun studie, zoals de slechts eenmalige coachsessie en de studenten als doelgroep. Toch is het onderzoek een eerste aanwijzing dat niet alle vormen van empathie vergelijkbaar zijn, en het voor coaches goed is om hierin een bewuste keuze te maken. De onderzoekers moedigen coaches dan ook aan om zichzelf bewust te zijn van de manier waarop zij empathie tonen en noemen daarnaast de mogelijkheid van het trainen van (de juiste vorm van) empathie.
Gebruikte bronnen
Diller, S. J., Mühlberger, C., & Jonas, E. (2023). The empathy factor: An important aspect of success in every coaching session. Consulting Psychology Journal. Advance online publication. https://doi.org/10.1037/cpb0000259
Diller, S. J., Mühlberger, C., Löhlau, N., & Jonas, E. (2023). How to show empathy as a coach: The effects of coaches’ imagine-self versus imagine-other empathy on the client’s self-change and coaching outcome. Current Psychology, 42, 11917–11935.
Over Eefje
Dr. Eefje Rondeel (1982) werkt als zelfstandig docent voor verschillende onderwijsinstellingen en is als gastdocent verbonden aan de Radboud Universiteit. Vanuit NOBCO is ze redactielid van het e-magazine en tevens betrokken als co-promotor bij het dissertatieonderzoek naar effectieve bestanddelen van coaching. Samen met sociaal psycholoog Pieternel Dijkstra schreef ze het boek Evidence-based Coachen.