Wetenschapsblog: Een abonnement op de coach?

woensdag 25 oktober 2023

Tijdens het geven van een lezing kreeg ik een keer de vraag of ik zelf ook een coach had. Een coach om regelmatig mee te sparren en van gedachten te wisselen. Niet omdat er een specifiek vraagstuk was, maar om zo nu en dan een vinger aan de pols te houden. Een soort abonnement op een coach zeg maar. Is dat nodig, een doorlopend coachtraject? Of heeft een kort coachtraject minstens zoveel te bieden?

Ik vertelde dat ik “mijn” coach eigenlijk vooral had ingeschakeld omdat ik worstelde met een specifiek vraagstuk, en ik daar graag ondersteuning bij wilde. Toen mijn vraagstuk was opgelost liep de coaching af. En ja, zo’n twee jaar later benaderde ik deze coach weer, omdat ik met iets nieuws worstelde. Maar ook die coaching had een duidelijk begin en eind. Het was zeker niet een soort abonnement, dat doorliep zonder duidelijk einde. Los van de vraag of zo’n abonnement past bij het karakter van coaching, is het goed om stil te staan bij de ideale lengte van een coachtraject. Is het nodig om iemand gedurende langere tijd te coachen voor het boeken van resultaat? Of is een kort maar krachtig traject ook afdoende? Inmiddels is er het één en ander bekend over het belang van de lengte van een coachtraject voor de effectiviteit van coaching. Zo namen Erik de Haan en Viktor Nilsson dit jaar de resultaten van maar liefst 37 eerdere onderzoeken naar de effecten van coaching binnen organisaties opnieuw onder de loep. Die zogenaamde meta-analyse leverde een schat aan informatie op, waaronder ook inzicht in de rol van het aantal coachsessies voor de effectiviteit van coaching. Het aantal sessies in die onderzoeken varieerde tussen de 1 en 16 met een gemiddelde van 7 sessies. Ook uit het meest recente NOBCO benchmark onderzoek komt overigens dat een coachtraject doorgaans zo’n 7 à 8 sessies duurt.

Wat bleek? Het effect van een coachtraject dat bestond uit meerdere sessies was niet groter dan het effect van een coachtraject dat bestond uit een kleiner aantal sessies. Het ideale aantal sessies lag ergens tussen de 4 en 8. Maar wanneer de onderzoekers enkel keken naar wat de coachees zelf vonden, dan zagen ze wel degelijk een verschil tussen kortere en langere coachtrajecten. Wanneer het aantal coachsessies toenam, zagen de coachees zelf meer verbetering. Dat zit zo: je kunt op verschillende manieren de uitkomsten van coaching in kaart brengen. Soms wordt dat gedaan door coachees zelf vragenlijsten in te laten vullen, waarin ze bijvoorbeeld voorafgaand aan de coaching en achteraf aangeven hoe het gaat met bijvoorbeeld hun welzijn of werktevredenheid. Maar je kunt ook aan de omgeving vragen hoe zij vinden dat het gaat met de coachee, of kijken naar (werk)prestaties. De Haan en Nilsson zagen dat coachees die meer coachsessies hadden gehad beter scoorden op allerlei zogenaamde zelfrapportages, maar niet op meer objectieve maten, zoals een beoordeling door collega’s. De onderzoekers zelf denken dat coachees gaandeweg een coachtraject met nieuwe vraagstukken komen en nieuwe doelen stellen waardoor het coachtraject wordt verlengd en zij opnieuw verbetering opmerken.

Ook een recente meta-analyse van onderzoekers Janis Cannon-Bowers en collega’s, waarin in totaal 11 studies naar coaching binnen organisaties opnieuw werden bekeken, wees uit dat het aantal sessies niet veel uitmaakte voor de effectiviteit van coaching. Ook een aantal eerdere meta-analyses van andere onderzoekers ondersteunen die uitkomst. Een coachtraject van slechts enkele sessies kan dus net zo effectief zijn als een langer coachtraject.

Toch zijn er ook onderzoeken te vinden die aantonen dat het aantal coachsessies wel van belang is, zoals het onderzoek van Christina Tomoiagă en haar collega. Zij namen in totaal 26 eerdere studies onder de loep en keken daarbij naar een specifieke vorm van coaching, namelijk cognitieve gedragscoaching. Zij vonden dat het aantal coachsessies een voorspeller was voor de positieve uitkomsten van de coaching: hoe groter het aantal sessies, hoe positiever de uitkomsten. Met andere woorden: de lengte van het coachtraject was wel degelijk van belang voor de effectiviteit van de coaching. Het kan zijn dat dit te maken heeft met de specifieke coachmethode die werd ingezet, of met de problematiek die werd ingebracht tijdens de coachtrajecten. De studies die door Tomoiagă en collega werden bekeken gingen namelijk niet alleen over coaching binnen organisaties, maar hadden ook betrekking op gezondheid en levensvragen. De onderzoekers denken dat werkgerelateerde vraagstukken misschien makkelijker op te lossen zijn in enkele sessies in vergelijking met vraagstukken die gaan over het leven of gezondheid.

Zoals we wel vaker zien als het gaat om wetenschappelijk onderzoek, lijken er wat tegenstrijdigheden te zijn in de onderzoeksresultaten. In dit geval zou dat kunnen komen door het type problematiek dat centraal stond tijdens de coachtrajecten, of de manier waarop de uitkomsten van de coaching werden gemeten. Toch lijkt er inmiddels wel bewijs te zijn voor een beperkt belang van een langdurig coachtraject, zeker wanneer het gaat om coaching binnen organisaties. Ik moet eerlijk bekennen dat ik mezelf destijds wat ongemakkelijk voelde toen ik er na een aantal coachsessies achter kwam dat mijn vraagstuk al was opgelost, en ik het gevoel had het vanaf daar weer zelf op te kunnen pakken. Moest de coaching niet nog wat langer duren om effect te kunnen hebben? Op basis van de resultaten die er tot nu toe bekend zijn lijkt het antwoord een voorzichtig nee te zijn, zeker wanneer het gaat om werkgerelateerde vraagstukken. Meer is dus niet per definitie ook beter. Voor een coach kan het wellicht een geruststelling zijn dat er in korte tijd al veel kan worden bereikt, en ook de coachee kan worden gerustgesteld dat een kort traject niet hoeft te betekenen dat er (te) weinig resultaat is geboekt. Dat wil uiteraard niet zeggen dat er soms wel degelijk een langer coachtraject nodig is om een specifiek vraagstuk goed op te kunnen lossen.

Wetenschapsblog

Gebruikte bronnen

Cannon-Bowers, J. A., Bowers, C. A., Carlson, C. E., Doherty, S. L., Evans, J., & Hall, J. Workplace coaching: A meta-analysis and recommendations for advancing the science of coaching. Frontiers in Psychology, 14, 1204166.

De Haan, E., & Nilsson, V. O. (2023). What can we know about the effectiveness of coaching? a meta-analysis based only on randomized controlled trials. Academy of Management Learning & Education.

Jones, R. J., Woods, S. A., & Guillaume, Y. R. (2016). The effectiveness of workplace coaching: A meta‐analysis of learning and performance outcomes from coaching. Journal of occupational and organizational psychology, 89(2), 249-277.

Theeboom, T., Beersma, B., & van Vianen, A. E. (2014). Does coaching work? A meta-analysis on the effects of coaching on individual level outcomes in an organizational context. The journal of positive psychology, 9(1), 1-18.

Tomoiagă, C., & David, O. (2023). Is cognitive-behavioral coaching an empirically supported approach to coaching? a meta-analysis to investigate its outcomes and moderators. Journal of Rational-Emotive & Cognitive-Behavior Therapy, 1-22.

Over Eefje

Dr. Eefje Rondeel (1982) werkt als zelfstandig docent voor verschillende onderwijsinstellingen en is als gastdocent verbonden aan de Radboud Universiteit. Vanuit NOBCO is ze redactielid van het e-magazine en tevens betrokken als co-promotor bij het dissertatieonderzoek naar effectieve bestanddelen van coaching. Samen met sociaal psycholoog Pieternel Dijkstra schreef ze het boek Evidence-based Coachen. 

Hier kun je meer blogs van Eefje lezen