Wetenschapsblog: de grenzen van het vak

dinsdag 28 mei 2024

Van coaches wordt verwacht dat zij werken binnen de grenzen van hun eigen competenties. Dat betekent dat een coach bij ernstigere psychische problematiek een coachee door zou moeten verwijzen naar bijvoorbeeld een psycholoog. Maar doen coaches dat ook? Duitse onderzoekers deden daar recentelijk onderzoek naar. Zij legden verschillende casussen voor aan een groep coaches. De resultaten zouden wel eens wat stof kunnen doen opwaaien.

Martin is al jarenlang manager bij een groot IT bedrijf. Hij is een expert in zijn vakgebied en er is veel vraag naar zijn expertise. Hij krijgt regelmatig een aanbod van andere bedrijven en wordt door zijn omgeving aangemoedigd om een volgende stap te zetten in zijn carrière. Martin ziet dat zelf eigenlijk ook wel zitten. Maar sinds een klein jaar voelt Martin zich gespannen en angstig op zijn werk en in zijn vrije tijd. Zelfs een gesprek met een collega maakt hem angstig. Hij begint dan bijvoorbeeld te zweten of heeft moeite met ademhalen. Hij vindt het moeilijk om ’s avonds te ontspannen en kan lastig in slaap vallen. Hij blijft maar piekeren. Martin ziet in dat deze omstandigheden niet ideaal zijn en hoopt dat coaching hem kan helpen. Hij neemt contact op met jou als coach, en in de intake vertelt hij je over de bovenstaande situatie. Zou jij als coach met Martin aan de slag gaan?

Een soortgelijke situatie legden onderzoekers Carsten Schermuly en Laura Creon voor aan 160 Duitse coaches. Het merendeel van de coaches was aangesloten bij een beroepsorganisatie en had een coachopleiding gevolgd. In totaal gaf de helft van deze coaches aan dat ze Martin zouden coachen. Dat is opvallend, omdat de casus van Martin zo is beschreven dat deze voldoet aan de kenmerken van een angststoornis. En in zo’n geval zou een coach dus eigenlijk door moeten verwijzen naar een psycholoog. Maar, zo vroegen de onderzoekers zich af: zou het kunnen dat de coaches inderdaad met Martin in zee wilden gaan, en hem tegelijkertijd ook door zouden verwijzen naar een psychotherapeut? Ze vroegen daarom ook aan de deelnemende coaches of zij Martin zouden doorverwijzen naar een psychotherapeut. Ongeveer twee derde van de coaches zou Martin doorverwijzen naar een psychotherapeut, een derde zou dat dus niet doen.

Minder doorverwijzen bij depressie

De onderzoekers legden niet alleen casussen voor over iemand met een angststoornis, maar ook casussen waarin iemand werd beschreven met een depressie of met symptomen van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Bij de casus met de depressie waren de coaches het meest geneigd om met de coachee aan de slag te gaan. Maar liefst 74% van de deelnemers gaf aan de casus aan te nemen en slechts 49% zou de desbetreffende coachee doorverwijzen naar een psychotherapeut. Bij de borderline casus was 51% van de deelnemers geneigd aan de slag te gaan met de desbetreffende coachee, waarbij 69% van de coaches zou doorverwijzen naar een psychotherapeut. De mate waarin coaches geneigd waren om aan de slag te gaan met een coachee met symptomen van een depressie was beduidend hoger dan bij de casus over angst of borderline. De onderzoekers denken dat dit zou kunnen komen doordat coaches de symptomen van depressie verwarren met een burn-out, en coaches de klachten dus niet herkennen als kenmerken van een depressie.

Wie gaat het vaakst de grens over?

De onderzoekers wilden ook weten of coaches met veel kennis over psychische problematiek eerder zouden afwijzen of doorverwijzen dan coaches met minder kennis. Coaches met veel relevante kennis zouden de psychische problematiek wellicht eerder herkennen, en beseffen dat andere hulpverlening meer passend zou zijn. Ook keken de onderzoekers naar het vertrouwen van de coach in eigen kunnen en naar een specifieke persoonlijkheidstrek, namelijk narcisme. Mensen met narcistische trekken hebben over het algemeen veel vertrouwen in eigen kunnen. De onderzoekers suggereren dat coaches met narcistische trekken zichzelf wellicht beter vinden dan hun collega coaches. De onderzoekers verwijzen daarbij naar onderzoek van Grover en Furnham uit 2022, waaruit bleek dat coaches hun eigen coaching effectiever vonden naarmate zij meer narcistische trekken hadden.

Helaas brachten de onderzoekers niet de daadwerkelijke kennis van de deelnemers in kaart, maar alleen hoeveel kennis de deelnemers dachten dat ze hadden op het gebied van  psychische problematiek. Het was natuurlijk beter geweest als de daadwerkelijke kennis van de deelnemers was getoetst. De onderzoekers hadden verwacht dat meer kennis zou leiden tot meer afwijzen en meer doorverwijzen. Dat was echter niet het geval: juist de coaches die veel vertrouwen hadden in eigen kunnen en dachten veel kennis te hebben van psychische problematiek, namen coachees met psychische problematiek eerder aan. Verder vonden de onderzoekers dat het vooral de coaches met veel ervaring waren die veel vertrouwen hadden in eigen kunnen. En hoewel de onderzoekers hadden verwacht dat narcisme een rol zou spelen, was deze eigenschap niet gerelateerd aan doorverwijzen of afwijzen van een coachee met psychische problematiek.

De onderzoekers keken tot slot naar de achtergrond van de coaches: een deel ervan was namelijk opgeleid als psycholoog. Maakte dat nog een verschil? Hoewel de coaches met een psychologie achtergrond zichzelf iets minder competent vonden als coach, verschilden zij niet van de andere groep deelnemers als het ging om het doorverwijzen of afwijzen van een coachee met psychische problematiek.

Opleiders en beroepsorganisaties aan de bak

De onderzoekers nemen overigens geen standpunt in of het goed of slecht zou zijn om een coachee met psychische problematiek te accepteren of door te verwijzen. Ze noemen bijvoorbeeld de situatie waarin een coachee op een wachtlijst staat voor de GGZ en in de tussentijd geen hulp of begeleiding krijgt. Toch is het opvallend dat een groot deel van de coaches een coachee met psychische problemen niet zou afwijzen of doorverwijzen. En dat dit  vooral voor lijkt te komen bij een bepaalde groep coaches: degenen met veel vertrouwen in eigen kunnen die veel denken te weten over psychische problematiek.

Op basis van de resultaten, denken de onderzoekers dat er een belangrijke rol is weggelegd voor opleiders van coaches. Zij kunnen tijdens opleidingen aandacht besteden aan de grenzen van coaching. Het bespreken van verschillende casussen, zoals die bijvoorbeeld werden gebruikt in de bovenstaande studie, kan daarbij een geschikte invulling zijn.

Een andere aanbeveling die de onderzoekers doen is om vanuit opleidingen en  beroepsorganisaties aandacht te hebben voor de groep coaches met veel vertrouwen in eigen kunnen, die denken over de nodige kennis te beschikken over psychische problematiek. Dit is de groep coaches met de meeste werkervaring, maar dus ook de groep die het meest geneigd lijkt te zijn om buiten de grenzen van het vak te werken. Het onderwerp zou daarom vooral bij deze groep coaches onder de aandacht kunnen worden gebracht. Volgens de onderzoekers zou de focus daarbij vooral moeten liggen op casuïstiek rondom depressie, omdat daarbij de grootste groep deelnemers niet doorverwees naar meer passende hulpverlening. Een laatste aanbeveling die de onderzoekers doen is het stimuleren van samenwerking tussen coaches en psychotherapeuten, waarbij een coach contact kan opnemen met een psychotherapeut wanneer hij of zij twijfels heeft over het afwijzen of doorverwijzen van een coachee.

NOBCO biedt momenteel de reeks Pathologie in Coaching van psychiater Jules Tielens aan om coaches te scholen in het herkennen van psychische problematiek bij coachees, meer informatie vind je hier

Wetenschapsblog

Gebruikte bronnen

Schermuly, C. C., & Creon, L. E. (2023). Crossing the border: Who coaches clients with clinical concerns? Consulting Psychology Journal. Advance online publication. https://doi.org/10.1037/cpb0000256

 

Over Eefje

Dr. Eefje Rondeel (1982) is docent psychologie aan de Open Universiteit. Vanuit NOBCO is ze redactielid van het e-magazine en tevens betrokken als co-promotor bij het dissertatieonderzoek naar effectieve bestanddelen van coaching. Samen met sociaal psycholoog Pieternel Dijkstra schreef ze het boek Evidence-based Coachen. Haar nieuwe boek “Zin en Onzin over Coaching”, dat ze schrijft met Master Practitioner coach en supervisor Aveline Dijkman, verschijnt in het najaar.

Hier kun je andere blogs van Eefje lezen