Op basis van eerdere studies werd verwacht dat cynisme (afstand nemen van het werk) en toewijding (enthousiasme en betrokkenheid bij het werk) twee tegenovergestelde uitersten vormen van één gemeenschappelijke houding – ook wel identificatie genoemd. Daarnaast werd verwacht dat uitputting (extreme vermoeidheid) en energie (vitaliteit) elkaars tegenpolen zouden zijn binnen een energieniveau-dimensie.

De resultaten lieten zien dat cynisme en toewijding inderdaad tegenover elkaar staan op één lijn van werkhouding. Maar bij uitputting en energie was dat minder duidelijk – hoewel ze sterk met elkaar samenhangen, vormen ze geen directe tegenpolen op dezelfde schaal.

Deze conclusies werden verder ondersteund door verbanden met factoren zoals werkdruk en autonomie (voorspellers), en met gevolgen zoals organisatiebetrokkenheid en mentale gezondheid (uitkomsten).
Het onderzoek helpt beter te begrijpen hoe burn-out en werkbetrokkenheid in elkaar zitten. Het laat zien dat sommige onderdelen ervan tegenover elkaar staan (zoals cynisme en toewijding), maar andere niet helemaal (zoals uitputting en energie). Dit heeft gevolgen voor hoe we deze begrippen meten en gebruiken in onderzoek of de praktijk.